Betekenis van:
minuut
minuut (de ~ | meervoud minuten)
Zelfstandig naamwoord
- tijdseenheid van zestig seconden
"een minuut(je) (nog)!"
"een minuut stilte"
Hyperoniemen
minuut (de ~ | meervoud minuten)
Zelfstandig naamwoord
- een zestigste deel v.e. graad
Hyperoniemen
minuut
Zelfstandig naamwoord
- eenheid van tijd: ''Een uur bestaat uit 60 minuten.'', ''Een minuut bestaat uit 60 seconden.''
minuut
Zelfstandig naamwoord
- eenheid voor hoeken: ''Een minuut is het 1/60ste deel van een graad.''
minuut
Zelfstandig naamwoord
- een oorspronkelijk document
Voorbeeldzinnen
- Die klok loopt één minuut voor.
- Zij vroeg haar zoon een minuut te wachten.
- Wacht op mij. Ik ben er over een minuut of tien.
- Hoe vaak knippert een mens gemiddeld per minuut met zijn ogen?
- Zestig minuten maken een uur, en een minuut bestaat uit zestig seconden.
- Als ik vandaag sterf, zal ik je elke minuut van je leven achtervolgen.
- 1,5-2 ml/minuut;
- 20 °C/minuut
- 1,2 ml/minuut;
- 0,7-1 ml/minuut;
- Nominale omwentelingen per minuut
- 1-2 ml/minuut;
- Spreektijd van één minuut
- 20 ml helium per minuut.
- stroomsnelheid draaggas: 0,6 ml/minuut