Betekenis van:
mislopen

mislopen
Werkwoord
  • fout aflopen
"Zijn plannetje liep helemaal mis door die plotselinge sneeuwval."
mislopen
Werkwoord
  • niet op de juiste tijd op de juiste plaats zijn om iets mee te maken
"Hij is door autopech dat prachtige concert misgelopen."
mislopen
Werkwoord
  • mislukken; mislukken; mislopen; lopend scheef maken; lopend verslijten; verkeerd gaan
"zijn huwelijk loopt mis"
"flink mislopen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Bovendien zou men bij liquidatie vanaf 2006 een jaarlijkse positieve bijdrage aan het resultaat van [...]* EUR mislopen.
  2. In deze cijfers is niet alleen de omroepbijdrage vervat, maar ook de gedeeltelijke vergoeding door de staat van de inkomsten die de publieke omroepen mislopen door de vrijstelling van omroepbijdrage om sociale redenen.
  3. In punt 10 van de mededeling van de Commissie over de toepassing van de regels betreffende steunmaatregelen van de staten op maatregelen op het gebied van de directe belastingen op ondernemingen wordt uiteengezet dat het mislopen van belastingopbrengsten gelijk staat aan het gebruik van staatsmiddelen in de vorm van belastinguitgaven.