Betekenis van:
moeren
moer (de ~ | meervoud moeren)
Zelfstandig naamwoord
- ringetje waar je een bout door draait
"een moer aandraaien/vastdraaien/losdraaien"
"bouten/schroeven en moeren"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- moeren
- schroeven; bouten en moeren
- Andere moeren van roestvrij staal
- Schroeven, bouten en moeren, van koper
- Draadnagels, spijkers, schroeven, bouten, moeren, van aluminium
- het aanhaalkoppel van bouten en moeren;
- Andere moeren van ijzer of van staal
- Andere moeren van ijzer of van staal
- Andere moeren van ijzer of van staal
- Vervaardiging van bouten, schroeven en moeren
- NACE 25.94: Vervaardiging van bouten, schroeven en moeren
- NACE 28.74: Vervaardiging van bouten, schroeven, moeren, kettingen en veren
- Moeren of bouten van het wiel ontbreken of zitten los.
- Vervaardiging van bouten, schroeven, moeren, kettingen en veren
- Toelaatbare afname van het moment waarmee de wielbevestigingsbouten en -moeren aanvankelijk waren aangehaald [2]