Betekenis van:
mono
mono
Bijvoeglijk naamwoord
- (van geluid) over één spoor of kanaal.
"Het geluid was mono en van slechte kwaliteit."
mono
Bijvoeglijk naamwoord
- (van geluid) over één spoor of kanaal.
"Het geluid was mono en van slechte kwaliteit."
Voorbeeldzinnen
- Mono-fuelvoertuig
- Afdruktechnologieën: DT, mono DS, mono EP, mono stencil, mono TT, hoogwaardige mono IJ
- Afdruktechnologieën: DT, mono EP, mono IJ, mono TT
- glyceriden, kokos-mono-
- glyceriden, palmolie-mono-, gehydrogeneerd
- glyceriden, katoenzaadolie-mono-
- glyceriden, varkensreuzel-mono-, gehydrogeneerd
- Mono-, di- en oligosachariden
- glyceriden, talk-mono-
- glyceriden, talk-mono-, gehydrogeneerd
- lysine, mono-4-thiazolidinecarboxylaat
- glyceriden, palmolie-mono-
- Geacetyleerde mono- en diglyceriden
- glyceriden, zonnebloemolie-mono-
- glyceriden, canola-olie-mono-