Betekenis van:
monochroom
monochroom
Bijvoeglijk naamwoord
- eenkleurig; van één kleur
"egaal monochrome doeken"
Synoniemen
Hyperoniemen
monochroom
Bijvoeglijk naamwoord
- eenkleurig
"egaal monochrome doeken"
Voorbeeldzinnen
- Monochroom
- Monochroom
- Monochroom testen
- Monochroom (behalve fax)
- Kleur en monochroom
- Xerografie (laserprint), meestal monochroom
- Kathodestraalbuizen voor tv-toestellen (incl. voor videomonitors): monochroom
- meer dan 4 × 106"actieve pixels" per halfgeleider-«array» voor monochroom- (zwart/wit) camera’s;
- meer dan 4 × 106"actieve pixels" per halfgeleider-‹array› voor monochroom- (zwart/wit) camera's;
- Vlakbeeldsensoren („progressive scan” Interline CCD-Sensor) voor digitale videocamera’s in de vorm van een analoge monolithische geïntegreerde schakelin met pixels van minder dan 10 μm × 10 μm en met een polychroom of monochroom beeldvenster en een microlenzenarray met één microlens op elke afzonderlijke pixel