Betekenis van:
monteren
monteren
Werkwoord
- samenvoegen
"een auto monteren"
"een film monteren"
Hyperoniemen
Hyponiemen
monteren
Werkwoord
- (een film, foto, stuk drukwerk) uit fragmenten in elkaar zetten
"een film monteren"
Hyperoniemen
Hyponiemen
monteren
Werkwoord
- de juiste beelden achter elkaar zetten
"Ze waren bezig om de film te monteren."
monteren
Werkwoord
- ergens aan vastmaken
"Je moet eerst het groene plaatje monteren."
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Monteren van metalen constructies
- Monteren en bouwen van prefabconstructies
- De voor de test te monteren hulpapparatuur
- Repareren van banden, inclusief monteren en uitbalanceren
- aanwijzingen voor het monteren, het gebruik en het onderhoud;
- het monteren en optrekken van geprefabriceerde constructies ter plaatse.
- Door de voor de test te monteren hulpapparatuur opgenomen vermogen
- Installatie: het monteren van systemen en subsystemen in het voertuig, inclusief het laden van software.
- Ontwerpen en monteren van apparaten voor de bewaking van industriële processen en van geautomatiseerde productielijnen
- Door de voor de test te monteren hulpapparatuur opgenomen vermogen (punt 6.1)
- of het monteren van een adaptor is toegestaan voor het geïnspecteerde voertuig.
- Aan deze eis moet ook gedurende het vervoer, het monteren en het demonteren worden voldaan.
- aanwijzingen om de vergrendeling op de juiste wijze en de juiste plaats te monteren.
- Andere maaimachines, om te monteren op of te worden getrokken door een tractor
- Volgens de bepalingen van het contract mag FSO dit model produceren en monteren tot […].