Betekenis van:
morfologie

morfologie
Zelfstandig naamwoord
  • de wetenschap die het vormgeven van woorden bestudeert
"Deze taalkundige weet veel van morfologie."
morfologie
Zelfstandig naamwoord
  • de wetenschap van de bouw van organismen
"Deze bioloog weet veel van morfologie."
morfologie
Zelfstandig naamwoord
  • de vormen, structuren en texturen van een materiaal op een schaalbereik groter dan het moleculaire
"Elektronenmicroscopie wordt veel gebruikt om de morfologie van polymeren en hun blends te bestuderen."
morfologie
Zelfstandig naamwoord
  • de wetenschap die de vorm van de oppervlakte van de aarde bestudeert
"Deze geoloog weet veel van morfologie."
morfologie (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • leer mbt. woordvorming en -verbuiging
"morfologie en fonologie/syntaxis"

Synoniemen

Hyperoniemen

morfologie (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • leer v.d. vormen v.h. aardoppervlak

Hyperoniemen

Hyponiemen

morfologie (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • leer v.d. opbouw van zaken; leer v.d. vorm en bouw van organismen

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Morfologie
  2. ii i) de morfologie,
  3. kolonies met karakteristieke morfologie (10)
  4. kolonies met karakteristieke morfologie (11)
  5. kolonies met karakteristieke morfologie (9)
  6. kolonies met karakteristieke morfologie (4)
  7. kolonies met karakteristieke morfologie (4) na isolatie
  8. kolonies met karakteristieke morfologie (10) na isolatie
  9. kolonies met karakteristieke morfologie (7) na isolatie
  10. kolonies met karakteristieke morfologie (5) na isolatie
  11. morfologie en functionele gegevens, voor zover van toepassing;
  12. Besteed alleen aandacht aan fluorescerende cellen met een karakteristieke grootte en morfologie, zie punt 5.3.2.
  13. Besteed alleen aandacht aan fluorescerende cellen met een karakteristieke grootte en morfologie.
  14. detectie van de pathognomonische macroscopische morfologie van één of meer cysten van Echinococcus granulosus in biopten;
  15. In pellets van naveleindstukjes en stengeldelen van aardappel worden soms, maar veel minder vaak dan bij de IF-test, achtergrondpopulaties van fluorescerende cellen met atypische morfologie en kruisreagerende saprofytische bacteriën waargenomen die qua grootte en morfologie lijken op R. solanacearum.