Betekenis van:
motorrijtuig

motorrijtuig (het ~ | meervoud motorrijtuigen)
Zelfstandig naamwoord
  • vervoermiddel aangedreven door een motor; vervoermiddel aangedreven door een motor

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. „voertuig”: motorrijtuig, trekker, aanhangwagen of oplegger of een combinatie van deze voertuigen, zoals hierna omschreven:
  2. „aanhangwagen”: ieder voertuig, bestemd om aan een motorrijtuig of aan een trekker te worden gekoppeld;
  3. De lidstaten dienen in het belang van die benadeelden informatiecentra op te richten zodat die informatie betreffende ongevallen waarbij een motorrijtuig is betrokken snel beschikbaar is.
  4. Deze garantieovereenkomst is gebaseerd op de veronderstelling dat elk communautair motorrijtuig dat zich op het grondgebied van de Gemeenschap in het verkeer bevindt, verzekerd is.
  5. Indien het motorrijtuig niet kan worden geindentificeerd moet worden bepaald dat de uiteindelijke schuldenaar het hiertoe ingestelde garantiefonds is van de lidstaat van het ongeval.
  6. „oplegger”: een aanhangwagen welke geen vooras heeft en op zodanige wijze aan de trekker of het motorrijtuig wordt gekoppeld dat een belangrijk deel van zijn eigen gewicht en van het gewicht van zijn lading door de trekker of het motorrijtuig wordt gedragen;
  7. De benadeelde kan er een gerechtvaardigd belang bij hebben dat hem de identiteit van de eigenaar, de gebruikelijke bestuurder of de ingeschreven houder van het motorrijtuig wordt meegedeeld, bijvoorbeeld wanneer hij alleen van hen vergoeding kan krijgen omdat het motorrijtuig niet naar behoren is verzekerd of de schade het verzekerde bedrag overtreft; deze inlichtingen dienen hem dan ook te worden verstrekt.
  8. Benadeelden die ten gevolge van verkeersongevallen schade of letsel hebben geleden, ondervinden soms moeilijkheden bij het identificeren van de verzekeringsonderneming die de wettelijke aansprakelijkheid voor de deelneming aan het verkeer van het bij het ongeval betrokken motorrijtuig dekt.
  9. motorrijtuig”: ieder voertuig, gewoonlijk gebruikt voor het vervoer van personen of goederen, dat zich op eigen kracht over de weg beweegt, niet zijnde een voertuig dat zich permanent langs spoorstaven beweegt;
  10. Een motorrijtuig maakt deel uit van een treinstel, dient voor de aandrijving daarvan, heeft aan een einde een bestuurderscabine en is zelf niet geschikt voor het vervoeren van reizigers of goederen.
  11. Een benadeelde die schade of letsel heeft geleden ten gevolge van een ongeval met een motorrijtuig dat onder het toepassingsgebied van deze richtlijn valt en dat zich in een andere staat dan die van zijn woonplaats heeft voorgedaan, moet in de lidstaat van zijn woonplaats een verzoek tot schadevergoeding kunnen indienen bij een aldaar door de verzekeringsonderneming van de aansprakelijke partij aangewezen schaderegelaar.
  12. Indien de verzekeringsonderneming van het motorrijtuig niet kan worden geïdentificeerd dient te worden bepaald dat de uiteindelijke schuldenaar van de aan de benadeelde uitbetaalde schadevergoeding het hiertoe ingestelde garantiefonds is van de lidstaat waar het niet-verzekerde voertuig waarmee het ongeval is veroorzaakt, gewoonlijk is gestald.
  13. De lidstaten kunnen bij de verlenging van een rijbewijs van de categorieën A, A1, A2, AM, B, B1 en BE verplichten tot een onderzoek om na te gaan of voldaan is aan de minimumnormen inzake lichamelijke en geestelijke geschiktheid voor het besturen van een motorrijtuig zoals vermeld in bijlage III.
  14. de vaststelling dat nog steeds voldaan is aan de minimumnormen inzake lichamelijke en geestelijke geschiktheid voor het besturen van een motorrijtuig zoals vermeld in bijlage III voor de rijbewijzen van de categorieën C, CE, C1, C1E, D, DE, D1, D1E; en
  15. Bepaalde verstrekte informatie — zoals naam en adres van de eigenaar of van de gebruikelijke bestuurder van het voertuig, het nummer van de verzekeringspolis of het inschrijvingsnummer van het motorrijtuig — komt neer op persoonsgegevens in de zin van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens [13].