Betekenis van:
motorvoertuig

motorvoertuig (het ~ | meervoud motorvoertuigen)
Zelfstandig naamwoord
  • vervoermiddel aangedreven door een motor; vervoermiddel aangedreven door een motor

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. „voertuig”: motorvoertuig;
  2. Motorvoertuig op zeeschip
  3. van het motorvoertuig:
  4. van het motorvoertuig: …
  5. Handelsnaam of -merk van het motorvoertuig: …
  6. Minimumruimte tussen motorvoertuig en getrokken voertuig:
  7. Alle schade aan of verlies van motorvoertuig, schip of vliegtuig
  8. Het motorvoertuig is niet hoofdzakelijk ontworpen voor personenvervoer.
  9. noch de EG-goedkeuring weigeren voor een type tweewielig motorvoertuig,
  10. „waterstofvoertuig”: elk motorvoertuig dat met waterstof als brandstof wordt aangedreven;
  11. noch de EG-goedkeuring van een type twee- of driewielig motorvoertuig weigeren,
  12. noch de EG-typegoedkeuring weigeren voor een type twee- of driewielig motorvoertuig,
  13. Het motorvoertuig is geen dumper (zie de aanvullende GS-toelichting op onderverdeling 870410).
  14. „voertuig”: een motorvoertuig, aanhangwagen, oplegger of samenstel van voertuigen, uitsluitend bestemd voor het goederenvervoer;
  15. „verdampingsemissies”: de koolwaterstofdampen die anders dan via de uitlaatemissies uit het brandstofsysteem van een motorvoertuig weglekken;