Betekenis van:
musicus
musicus (de ~ | meervoud musici)
Zelfstandig naamwoord
- praktische beoefenaar van serieuze muziek
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
musicus
Zelfstandig naamwoord
- iemand die muziek maakt en ten gehore brengt
Voorbeeldzinnen
- Hij is een geweldige musicus geworden.
- Ik ben de eerste musicus in mijn familie.