Betekenis van:
muzikant

muzikant
Zelfstandig naamwoord
  • iemand die muziek maakt

Voorbeeldzinnen

  1. De muzikant heeft veel vrienden.
  2. Hij was een arme muzikant.
  3. Zijn levensdoel was muzikant worden.
  4. Hij is fier, muzikant te zijn.