Betekenis van:
naakt
naakt (het ~ | meervoud naakten)
Zelfstandig naamwoord
- (afbeelding van) bloot mens
"een naakt schilderen"
"liggend naakt"
Synoniemen
Hyperoniemen
naakt
Zelfstandig naamwoord
- naaktheid als begrip
"Hij is niet vies van een beetje naakt."
naakt
Zelfstandig naamwoord
- afbeelding van een naakte persoon of groep, inz. als kunstwerk of porno
naakt
Bijvoeglijk naamwoord
- onbegroeid en onbedekt
"naakte rotsen"
"de naakte waarheid"
naakt
Bijvoeglijk naamwoord
- puur, onverbloemd, zonder franje
"De naakte waarheid, zei de revisor, is dat de naakte cijfers bewijzen dat uw uitgeverij zonder haar blootblad niet rendabel zou zijn."
naakt
Bijvoeglijk naamwoord
- zonder beharing of andere fysieke bescherming van de huid, ontkleed