Betekenis van:
nakijken

nakijken
Zelfstandig naamwoord
  • ''~ hebben'': overklast worden door iemand
"Na die flinke trap had de keeper het nakijken."
nakijken
Zelfstandig naamwoord
  • ''~ geven'': iemand overklassen
"De spits gaf met die flinke trap de keeper het nakijken."
nakijken
Werkwoord
  • ''iets ~:'' corrigeren van een geschreven tekst of huiswerk
"Eén voor één keek de leraar alle proefwerken na."
nakijken
Werkwoord
  • ''iets/iemand ~'' : een blik werpen op (iets of) iemand die vertrekt
"Ik keek haar na tot ze de hoek omliep."
nakijken
Werkwoord
  • kijken naar (iem. die of iets dat weggaat)
"de wegrijdende auto nog lang nakijken"
"vreemde mensen op straat nakijken"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Jij moet je hoofd laten nakijken.