Betekenis van:
naspel
naspel (het ~ | meervoud naspelen)
Zelfstandig naamwoord
- orgelspel aan het einde van een kerkdienst
"Tijdens het naspel zal er worden gecollecteerd."
Hyperoniemen
naspel (het ~ | meervoud naspelen)
Zelfstandig naamwoord
- epiloog van toneelstuk
"In het naspel komt Desdemona weer op."