Betekenis van:
nazaat

nazaat
Zelfstandig naamwoord
  • iemand met een specifieke voorouder of specifieke voorouders
"Hij is een verre nazaat van Karel de Grote."
nazaat (de ~ | meervoud nazaten)
Zelfstandig naamwoord
  • afstammeling; mens als nazaat v.e. ander; afstammeling; afstammeling; afstammeling

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen