Betekenis van:
nazicht

nazicht (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • toezicht, inspectie
"het nazicht op [de toepassing]"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Algemeen onderhoud en nazicht
  2. Onderhoud en nazicht van ketels
  3. Indien bij nazicht blijkt dat bovenstaande voorwaarden niet worden vervuld, dienen onmiddellijk corrigerende maatregelen te worden getroffen.
  4. Onderhoud en nazicht van ketels moeten ten minste eenmaal per jaar plaatsvinden, of vaker naar gelang van de wettelijke vereisten of de behoefte, en wel door behoorlijk gekwalificeerde beroepstechnici, op basis van IEC- of nationale normen waar deze van toepassing zijn, dan wel volgens de instructies van de fabrikant.