Betekenis van:
necrose

necrose
Zelfstandig naamwoord
  • de afsterving van weefsel
necrose (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • afsterving van weefsel; afsterving van weefsel

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Infectieuze hematopoëtische necrose
  2. Infectieuze hematopoëtische necrose (IHN)
  3. Infectieuze pancreatische necrose [3]
  4. Infectieuze pancreatische necrose (IPN)
  5. Infectieuze hematopoëtische necrose
  6. Epizoötische hematopoëtische necrose
  7. Infectieuze pancreatische necrose (IPN)
  8. Infectieuze hematopoïetische necrose (virus);
  9. epizoötische hematopoïetische necrose bij vissen (EHN),
  10. Rood tot bruin verkleurd (m.i.v. necrose)
  11. epizoötische hematopoïetische necrose bij vissen (EHN),
  12. bijlage V bij deze beschikking voor:infectieuze hematopoëtische necrose,
  13. TEN AANZIEN VAN DE VISZIEKTEN VIRALE HEMORRAGISCHE SEPTIKEMIE (VHS) OF INFECTIEUZE HEMATOPOÏETISCHE NECROSE (IHN) ERKENDE GEBIEDEN
  14. Necrose: sterfte van schijfjesweefsel (dat daardoor wit of met water doordrenkt wordt).
  15. Aanvankelijk blijven de bladeren groen, later vergelen ze en treedt bruine necrose op.