Betekenis van:
neer
neer
Bijwoord
- in benedenwaartse richting
"Op en neer."
neer
Bijwoord
- .
neer
Bijwoord
- neerzetten: ''hij zette zijn bierglas '''neer''' op de tafel''
neer (de ~ | meervoud neren)
Zelfstandig naamwoord
- trechtervormige ronddraaiende stroom in het water, die water en voorwerpen naar beneden zuigt
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Meneer Gorbatsjov, haal deze muur neer!
- Ze lag neer op de grond en begon te lezen.
- Dat kwam neer op 4463 voltijdbanen.
- Dit komt neer op een bedrag van […] miljard EUR.
- Dit kwam neer op een marktaandeel van 1,6 %.
- De stof absorbeert methyleenblauw en slaat als blauwe vezelachtige massa neer
- De keuze voor een dergelijke aanpak komt in feite neer op de volgende drieledige doelstelling:
- De calciumionen-concentratie wordt opgevoerd om paracaseïne door de toevoeging van stremsel neer te kunnen slaan.
- Voor twee scheepsaandelen komt dit neer op een bedrag van 554683 FRF (ongeveer 85300 EUR).
- Derhalve komen de bijdragen van de investeerders slechts neer op ongeveer 90 % van het gegarandeerde bedrag.
- Vóór elke meting wordt het voertuig op en neer bewogen zoals aangegeven in punt 5.4.
- Dit komt neer op een daling van de voorraden met 19,1 % van 2002 tot in 2003.
- Voor Corus komt de betrokkenheid van de overheid in de brugpensioenregeling neer op staatssteun.
- Over de gehele analyseperiode komt dit neer op een daling met 12,6 procentpunten.
- Dit komt neer op een stijging van 4 % over de gehele beoordelingsperiode.