Betekenis van:
nekken
nekken
Werkwoord
- noodlottig worden; letterlijk: iemand de nek te breken
"Die laatste windvlaag heeft hem net genekt en hem van de weg doen belanden."
nekken
Werkwoord
- de nek omdraaien
"duiven nekken"
Synoniemen
Hyperoniemen
nek (de ~ | meervoud nekken)
Zelfstandig naamwoord
- lichaamsdeel
"zich iets op de nek halen/nemen"
"uit je nek kletsen/praten"
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Giraffes hebben heel lange nekken.