Betekenis van:
neut

neut
Zelfstandig naamwoord
  • een blokje van natuursteen of hout waarop een kozijnstijl rust
"De houten neuten waren totaal verrot en zouden vervangen moeten worden."
neut
Zelfstandig naamwoord
  • een glaasje sterke drank
"Hij had een paar neutjes op en toch klom hij achter het stuur."
neut (de ~ | meervoud neuten)
Zelfstandig naamwoord
  • alcoholisch drankje; borrel als opkikker; borrel; borrel; groep van vlindersoorten; dat wat voorbereidt voor iets anders
"een neutje pakken"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen