Betekenis van:
nieuweling
nieuweling (de ~ | meervoud nieuwelingen)
Zelfstandig naamwoord
- onervaren mens
"we hebben een nieuweling in de klas"
Synoniemen
Hyperoniemen
nieuweling
Zelfstandig naamwoord
- iemand die ergens nieuw is
"Hij is hier gisteren komen wonen en is een nieuweling in deze buurt."