Betekenis van:
niveau

niveau (het ~ | meervoud niveaus)
Zelfstandig naamwoord
  • rang in een hiërarchie, stadium van ontwikkeling, trap van beschaving enz.
"op [ministerieel/Europees] niveau"
"het niveau stijgt/daalt"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

niveau
Zelfstandig naamwoord
  • afstand van een hoger gelegen punt tot een daar beneden gelegen punt of vlak
"het niveau neemt toe"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

niveau
Zelfstandig naamwoord
  • de rang in een hiërarchie, stadium van ontwikkeling, enzovoort
niveau
Zelfstandig naamwoord
  • merkteken om een bepaalde maat aan te geven

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Ik verlaag me niet tot zijn niveau.
  2. Het niveau van de school is hoog.
  3. Ik wil graag in China studeren om het niveau van mijn Chinees te verbeteren.
  4. Je moet het niveau van de koelvloeistof in de motor regelmatig controleren.
  5. Wie denkt: "vandaag de dag spreekt iedereen Engels" of "de hele wereld spreekt Engels" zonder te vragen welk deel van de wereldbevolking Engels spreekt, en wat het niveau van hun taalkundige vaardigheid is, wilt de waarheid niet onder ogen zien.
  6. Niveau
  7. Niveau
  8. Regionaal niveau
  9. Niveau 4
  10. Niveau 2:
  11. Niveau 1:
  12. Niveau gewijzigd?
  13. Niveau 3
  14. Niveau 1:
  15. verstandelijk niveau