Betekenis van:
nomen

nomen (het ~ | meervoud nomina)
Zelfstandig naamwoord
  • woord waarmee iets wordt aangeduid; (zelfstandig) naamwoord
"nomen agentis"
"nomen actionis"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

nomen
Zelfstandig naamwoord
  • zelfstandig naamwoord.
nomen
Zelfstandig naamwoord
  • zelfstandig naamwoord.

Voorbeeldzinnen

  1. Om dezelfde reden moeten aanstekers die voldoen aan de relevante nomen van de niet-EU-landen waarin kinderveiligheidseisen gelden die vergelijkbaar zijn met de eisen van deze beschikking, ook worden geacht aan de eisen inzake kinderveiligheid van deze beschikking te voldoen.
  2. bijdragen tot een consensus op basis van het bij het NPV vastgelegde kader, door ondersteuning van de besluiten en de resolutie inzake het Midden-Oosten die door de NPV-toetsings- en verlengingsconferentie van 1995 zijn aange nomen en van het slotdocument van de NPV-toetsings conferentie van 2000, daarbij rekening houdend met de huidige situatie, en zich voor onder meer de volgende essentiële punten inzetten: