Betekenis van:
nu

nu
Voegwoord
  • drukt uit dat een bepaalde gebeurtenis heeft plaatsgevonden.
"Hij is een beroemd man, nu duidelijk geworden is hoe belangrijk zijn ontdekking is."
nu
Bijwoord
  • op het huidige tijdstip.
"Kan je nu je mond houden?"
nu (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • het nu; heden
"het hier en nu"
"in het nu leven"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. En nu?
  2. Ik ben moe nu.
  3. Waar woont u nu?
  4. Moet ik nu gaan?
  5. Mag ik nu gaan?
  6. Wie lacht nu?
  7. Ik ben nu 30.
  8. Wat doen we nu?
  9. Nu of nooit!
  10. Studeer vanaf nu harder.
  11. Mag ik nu gaan?
  12. Ben je nu tevreden?
  13. Waar werkt Tom nu?
  14. Heb je nu tijd?
  15. Je mag nu binnenkomen.