Betekenis van:
nuttig
nuttig
Bijvoeglijk naamwoord
- bruikbaar of zinvol; dienend; nuttig
"je nuttig maken"
"nuttig werk"
Synoniemen
Hyperoniemen
nuttig
Bijvoeglijk naamwoord
- van nut zijnde
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Engels spreken is nuttig.
- Het kan nuttig zijn.
- Persoonlijke computers zijn heel nuttig.
- Deze boeken zijn niet allemaal nuttig.
- Dit woordenboek is net zo nuttig als het jouwe.
- Verdraag en volhard, eens zal dit verdriet nuttig voor je zijn
- inrichtingen of ondernemingen die afvalstoffen nuttig toepassen.
- overige nuttig geachte gegevens (bv. ijswaardigheid).
- de hoeveelheid nuttig toegepast materiaal in verhouding tot het restafval en het niet nuttig toepasbare afval;
- (Geef een cijfer van 1 tot 5, waarbij 1 = volstrekt niet nuttig, 5 = zeer nuttig.)
- De informatie moet nuttig zijn voor de consument.
- Ze kunnen desalniettemin nuttig zijn voor verwondingsscenario's en hun waarschijnlijkheid.
- Feedback van collega's en andere deskundigen kunnen hierbij nuttig zijn.
- de geschatte waarde van het nuttig toegepaste materiaal;
- zich beraden over sectoriële ontwikkelingen waarover een gedachtewisseling nuttig lijkt.