Betekenis van:
nuttig

nuttig
Bijvoeglijk naamwoord
  • bruikbaar of zinvol; dienend; nuttig
"je nuttig maken"
"nuttig werk"

Synoniemen

Hyperoniemen

nuttig
Bijvoeglijk naamwoord
  • van nut zijnde

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Engels spreken is nuttig.
  2. Het kan nuttig zijn.
  3. Persoonlijke computers zijn heel nuttig.
  4. Deze boeken zijn niet allemaal nuttig.
  5. Dit woordenboek is net zo nuttig als het jouwe.
  6. Verdraag en volhard, eens zal dit verdriet nuttig voor je zijn
  7. inrichtingen of ondernemingen die afvalstoffen nuttig toepassen.
  8. overige nuttig geachte gegevens (bv. ijswaardigheid).
  9. de hoeveelheid nuttig toegepast materiaal in verhouding tot het restafval en het niet nuttig toepasbare afval;
  10. (Geef een cijfer van 1 tot 5, waarbij 1 = volstrekt niet nuttig, 5 = zeer nuttig.)
  11. De informatie moet nuttig zijn voor de consument.
  12. Ze kunnen desalniettemin nuttig zijn voor verwondingsscenario's en hun waarschijnlijkheid.
  13. Feedback van collega's en andere deskundigen kunnen hierbij nuttig zijn.
  14. de geschatte waarde van het nuttig toegepaste materiaal;
  15. zich beraden over sectoriële ontwikkelingen waarover een gedachtewisseling nuttig lijkt.