Betekenis van:
occasion
occasion (de ~ | meervoud occasions)
Zelfstandig naamwoord
- tijdelijk goedkoper artikel; zeer voordelige aanbieding; onverwachte meevaller; iets goedkoops (m.n. auto's)
"Jan wil geen nieuwe auto maar een betrouwbare occasion"
Synoniemen
- aanbieding
- gelegenheidsaanbieding
- gelegenheidskoopje
- gunstkoopje
- koopje
- meenemer
- meenemertje
- reclame-aanbieding
- seizoenaanbieding
- voordeelaanbieding
- opsteker