Betekenis van:
omhaal
omhaal (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- overdreven aandacht; ophef; ophef; irriterend gedrag v.e. ander; gedoe; overbodige drukte; ophef om niets; heisa om niets; gedoe; drukte; overbodige drukte; gedoe; gedoe; herrie
"(met/zonder) omhaal van woorden"
"zonder (veel) omhaal"
Synoniemen
- ophef
- bombarie
- drukte
- gedoe
- geduvel
- heisa
- poeha
- poespas
- poppenkast
- soesa
- stennes
- stennis
- tamtam
- omslag
- gedonder
- bedoening
- stampei