Betekenis van:
omhullen

omhullen
Werkwoord
  • rondom met een laag bedekken
"Hij moest zijn schouders en benen omhullen met een lap stof voordat hij de tempel mocht betreden."
omhullen
Werkwoord
  • ''zich ~'': zichzelf rondom bedekken
"De rups omhulde zich met een cocon van gesponnen zijde."

Voorbeeldzinnen

  1. containers ontworpen voor het omhullen van voorwerpen waarvan bekend is of vermoed wordt dat het geïmproviseerde explosiemiddelen zijn.