Betekenis van:
omstander
omstander (de ~ | meervoud omstanders)
Zelfstandig naamwoord
- elk v.d. mensen die ergens omheen staan
"dankzij de hulp van een paar omstanders kon de overvaller worden overmeesterd"
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Zo kan een kettingzaak splinters doen rondvliegen die in de ogen van een omstander kunnen terechtkomen.