Betekenis van:
onafhankelijk
onafhankelijk
Bijvoeglijk naamwoord
- zelfstandig
"dit effect is onafhankelijk van de afstand"
"onafhankelijk van [iets/iemand]"
onafhankelijk
Bijvoeglijk naamwoord
- geen verbinding hebbend met
"De linker en rechter vering is onafhankelijk van elkaar te verstellen."
onafhankelijk
Bijvoeglijk naamwoord
- los van de rest, op zichzelf staand
"onafhankelijk van de rest van het gebouw"
Synoniemen
onafhankelijk
Bijvoeglijk naamwoord
- op zichzelf staand
"de onafhankelijke rechter"
"zich onafhankelijk verklaren"
Synoniemen
Voorbeeldzinnen
- Mexico was toen nog niet onafhankelijk van Spanje.
- Onafhankelijk controlesysteem
- Zij handelen onafhankelijk.
- een onafhankelijk laboratorium zijn;
- Getrokken massa met onafhankelijk remsysteem: …
- Onafhankelijk onderzoek van het businessplan
- onafhankelijk zijn van marktbelangen, en
- volledig onafhankelijk op te treden,
- Onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap
- De Wetenschappelijke Raad functioneert autonoom en onafhankelijk.
- Het uitvoeringsstadium is onafhankelijk van het planningsstadium.
- De EGE is onafhankelijk, pluralistisch en multidisciplinair.
- De leden van de adviescommissie handelen onafhankelijk.
- de uitkomst van een onafhankelijk internationaal onderzoek
- Deze deskundigen brengen onafhankelijk advies uit.