Betekenis van:
onafhankelijkheid
onafhankelijkheid (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- zelfstandig bestuur
"de onafhankelijkheid uitroepen"
"een strijd om de onafhankelijkheid (van Baskenland)"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
onafhankelijkheid (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- zelfstandigheid v.d. mens
"je onafhankelijkheid bewaren"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Onafhankelijkheid
- onafhankelijkheid, en
- Juridische onafhankelijkheid
- Financiële onafhankelijkheid
- Onverminderd een dergelijke onafhankelijkheid:
- Onafhankelijkheid van inspecties
- Onafhankelijkheid van het Instituut
- Onafhankelijkheid bij conflictbeheer
- Onafhankelijkheid van de transmissiesysteembeheerder
- Algemeen belang en onafhankelijkheid
- Onafhankelijkheid van het Bemiddelingsorgaan
- beroepsethiek en onafhankelijkheid.
- Onafhankelijkheid en objectiviteit
- Meer onafhankelijkheid voor de opperste rekenkamer.
- BEROEPSETHIEK, ONAFHANKELIJKHEID, OBJECTIVITEIT, VERTROUWELIJKHEID EN BEROEPSGEHEIM