Betekenis van:
onbeholpen
onbeholpen
Bijvoeglijk naamwoord
- uiterst onhandig
"Dat was een onbeholpen poging om het weer goed te maken."
onbeholpen
Bijvoeglijk naamwoord
- onbeholpen; onhandig; onhandig; als (van) een schlemiel; klunzig; onhandig; onhandig; klungelig
"onbeholpen gedrag"
Synoniemen
- knoeierig
- knullig
- krukkig
- schlemielig
- stoethaspelig
- stumperig
- stuntelig
- sukkelig
- dilettanterig
- links
- klungelig
- onhandig