Betekenis van:
onbekende
onbekende (de ~ | meervoud onbekenden)
Zelfstandig naamwoord
- persoon die men niet kent of die niemand kent
"de grote onbekende"
"dat is geen onbekende voor mij"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Met onbekende oorzaak
- Toen ik mijn ogen weer open deed, stond er ineens een onbekende dame voor mijn neus.
- Al het onbekende wordt als wonderbaar aanzien.
- het duistere (verklaren) door het duisterdere, het onbekende door het onbekendere
- 14 om onbekende redenen gekapt
- 48 onbekende oorzaak (zoals bij inventarisatie kronen)
- Onbekende hoeveelheden (byte 49-56) worden als „-2” opgetekend.
- Een ziekte met een onbekende etiologie in de anamnese.
- „nauwkeurigheid”, dat betrekking heeft op de mate waarin de schattingen de onbekende werkelijke waarden benaderen;
- „nauwkeurigheid”, dat betrekking heeft op de mate waarin de schattingen de onbekende werkelijke waarden benaderen;
- „Onbekende” en geaggregeerde gebieden mogen alleen worden gebruikt als geen gedetailleerde informatie beschikbaar is.
- Nauwkeurigheid: heeft betrekking op de mate waarin de schattingen de onbekende werkelijke waarden benaderen;
- De kennis van tot dusverre onbekende ziekten bij waterdieren breidt zich steeds verder uit.
- „nauwkeurigheid”: heeft betrekking op de mate waarin de ramingen de onbekende werkelijke waarden benaderen;
- 38 boom met intacte kroon, onbekende doodsoorzaak (zoals bij inventarisatie kronen)