Betekenis van:
onbekende

onbekende (de ~ | meervoud onbekenden)
Zelfstandig naamwoord
  • persoon die men niet kent of die niemand kent
"de grote onbekende"
"dat is geen onbekende voor mij"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

onbekende (de ~ | meervoud onbekenden)
Zelfstandig naamwoord
  • variabele in de wiskunde

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Met onbekende oorzaak
  2. Toen ik mijn ogen weer open deed, stond er ineens een onbekende dame voor mijn neus.
  3. Al het onbekende wordt als wonderbaar aanzien.
  4. het duistere (verklaren) door het duisterdere, het onbekende door het onbekendere
  5. 14 om onbekende redenen gekapt
  6. 48 onbekende oorzaak (zoals bij inventarisatie kronen)
  7. Onbekende hoeveelheden (byte 49-56) worden als „-2” opgetekend.
  8. Een ziekte met een onbekende etiologie in de anamnese.
  9. „nauwkeurigheid”, dat betrekking heeft op de mate waarin de schattingen de onbekende werkelijke waarden benaderen;
  10. „nauwkeurigheid”, dat betrekking heeft op de mate waarin de schattingen de onbekende werkelijke waarden benaderen;
  11. Onbekende” en geaggregeerde gebieden mogen alleen worden gebruikt als geen gedetailleerde informatie beschikbaar is.
  12. Nauwkeurigheid: heeft betrekking op de mate waarin de schattingen de onbekende werkelijke waarden benaderen;
  13. De kennis van tot dusverre onbekende ziekten bij waterdieren breidt zich steeds verder uit.
  14. „nauwkeurigheid”: heeft betrekking op de mate waarin de ramingen de onbekende werkelijke waarden benaderen;
  15. 38 boom met intacte kroon, onbekende doodsoorzaak (zoals bij inventarisatie kronen)