Betekenis van:
onbeschaamd
onbeschaamd
Bijvoeglijk naamwoord
- zonder schaamte
"Onbeschaamd schreeuwde hij de meest ongehoorde krachttermen."
onbeschaamd
Bijvoeglijk naamwoord
- vrijpostig; ongedwongen; brutaal; brutaal; brutaal; vrijpostig; niet bescheiden
"een onbeschaamde blik"
"een onbeschaamde leugenaar"
Synoniemen
- brutaal
- astrant
- familiaar
- familiair
- impertinent
- vrijpostig
- frank
- onbescheiden
- onnadenkend
- klakkeloos
- heldhaftig