Betekenis van:
onbeschaamd

onbeschaamd
Bijvoeglijk naamwoord
  • zonder schaamte
"Onbeschaamd schreeuwde hij de meest ongehoorde krachttermen."
onbeschaamd
Bijvoeglijk naamwoord
  • vrijpostig; ongedwongen; brutaal; brutaal; brutaal; vrijpostig; niet bescheiden
"een onbeschaamde blik"
"een onbeschaamde leugenaar"

Synoniemen

Hyperoniemen