Betekenis van:
onderdeur
onderdeur
Zelfstandig naamwoord
- klein iemand; iets of iemand van klein formaat; klein aardappel; klein iemand; klein iemand; klein kind; klein iemand; opdondertje; mager persoon
Synoniemen
- onderkruiper
- kleintje
- kriel
- krielhaan
- onderdeurtje
- onderkruipsel
- opdonder
- opdondertje
- ukkepuk
- garnaal
- krielkip
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- De bedragen die uit hoofde van de voorlopige antidumpingrechten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 355/2006 als zekerheid zijn gesteld voor de invoer uit de Republiek Korea van koelkast-vrieskastcombinaties met een capaciteit van meer dan 400 l, met twee bovendeuren op het koelgedeelte en een onderdeur op het vriesgedeelte, vallend onder GN-code ex84181020, worden vrijgegeven.