Betekenis van:
ondergoed

ondergoed (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • kleding die je direct op je lijf draagt; kleding die je direct op je lijf draagt
"in je ondergoed"
"ondergoed dragen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

ondergoed
Zelfstandig naamwoord
  • kleding die direct op het lichaam gedragen wordt, doorgaans nog onder andere kleding
"Hij stond zich in zijn ondergoed af te vragen welk pak hij vandaag aan moest trekken."
ondergoed
Zelfstandig naamwoord
  • de bladeren van de tabaksplant vlak boven de grond of net daarboven, die een tabak van mindere kwaliteit opleveren

Voorbeeldzinnen

  1. Beschermende sokken of ondergoed
  2. De klacht heeft betrekking op afgewerkte weefsels bevattende 85 of meer gewichtspercenten getextureerde of niet-getextureerde filamenten van polyesters, geverfd of bedrukt, die gewoonlijk worden gebruikt voor de vervaardiging van kledingstukken, en met name voor de vervaardiging van voeringen, anoraks, sportkleding, skikleding, ondergoed en modeartikelen.