Betekenis van:
ondervoorzitter

ondervoorzitter (de ~ | meervoud ondervoorzitters)
Zelfstandig naamwoord
  • waarnemend voorzitter; bestuurslid direct onder de voorzitter

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. De nieuwe ondervoorzitter neemt de rangorde van zijn voorganger over.
  2. De ondervoorzitter vervangt ambtshalve de voorzitter indien deze is verhinderd.
  3. LIPOVTSEV, ALEXEY, „ondervoorzitter van het Comité voor douanezaken”.
  4. LIPOVTSEV, Alexey Valentinovich, „ondervoorzitter van het Staatscomité voor douanezaken”.
  5. De voorzitter en de ondervoorzitter hebben zitting voor een periode van drie jaar.
  6. KAMINSKY, ANATOLY, „ondervoorzitter van de Opperste Sovjet”, geboren op 15.3.1950 in Cita.
  7. SHEVCHUK, EVGENY, „ondervoorzitter van de Opperste Sovjet”, geboren op 21.6.1946 in Novosibirsk.
  8. De raad van bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter en een ondervoorzitter.
  9. Bij afwezigheid of verhindering van de voorzitter wordt hij vervangen door de ondervoorzitter of een van de ondervoorzitters volgens de door de raad van bestuur vastgestelde procedure.
  10. SHEVCHUK, Evgheny Vassilyevich, „ondervoorzitter van de Opperste Sovjet”, geboren op 21 juni 1964 in Novosibirsk, Russische Federatie, oud Sovjetpaspoort nr. A25004230.
  11. KAMINSKY, Anatoly Vladimirovich, „ondervoorzitter van de Opperste Sovjet”, geboren op 15 maart 1950 in Chita, Russische Federatie, oud Sovjetpaspoort nr. A25056238.
  12. Valt het ambt van de Voorzitter open, dan wordt het waargenomen door de eerste ondervoorzitter tot de verkiezing van de nieuwe Voorzitter.
  13. Indien de Voorzitter, een ondervoorzitter of een quaestor moet worden vervangen, wordt overeenkomstig de bovenstaande bepalingen overgegaan tot de verkiezing van zijn opvolger.
  14. De benoeming en het ontslag van de ondervoorzitter of ondervoorzitters van het Bureau geschieden overeenkomstig de procedure van lid 1, de voorzitter gehoord.
  15. De Conferentie van voorzitters kan met een meerderheid van drie vijfde van de uitgebrachte stemmen, die ten minste drie fracties vertegenwoordigt, het Parlement een voorstel doen tot ontheffing van de betrokken ambtsdrager van het ambt van Voorzitter van het Parlement, ondervoorzitter van het Parlement, quaestor, voorzitter of ondervoorzitter van een commissie, voorzitter of ondervoorzitter van een interparlementaire delegatie, dan wel van enig ander ambt waarvan de drager binnen het Parlement is gekozen, indien de Conferentie van voorzitters van mening is dat het lid in kwestie op ernstige wijze tekortgeschoten is.