Betekenis van:
onderzoek
onderzoek
Zelfstandig naamwoord
- het onderzoeken van iets
"Hij deed een onderzoek naar de herkomst van de Afrikaanse taal."
onderzoek
Werkwoord
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderzoeken
onderzoek
Werkwoord
- ''(bij inversie)'' tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderzoeken
onderzoek
Werkwoord
- gebiedende wijs van onderzoeken
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Zijn onderzoek droeg uiteindelijk vrucht.
- De politie doet onderzoek naar de moord.
- Je onderzoek zal zeker vruchten dragen.
- Onderzoek vergt veel energie, maar het is de moeite waard.
- Hij werkt bij een wetenschappelijk instituut waar taalkundigen, letterkundigen, historici, sociologen, economen en andere wetenschappers onderzoek doen naar alles wat met kabouters te maken heeft.
- Onderzoek
- ONDERZOEK
- Onderzoek
- industrieel onderzoek;
- Het onderzoek
- Huidig onderzoek
- fundamenteel onderzoek;
- Industrieel onderzoek
- handmatig onderzoek;
- Bron: onderzoek.