Betekenis van:
onenigheid

onenigheid (de ~ | meervoud onenigheden)
Zelfstandig naamwoord
  • omstandigheid waarin mensen duidelijk anders over iets denken en niet toe willen geven
"er bestaat onenigheid over [het ontstaan van de wereld]"
"de onenigheid tussen [Van Mierlo] en [Chirac]"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

onenigheid
Zelfstandig naamwoord
  • toestand waarin men in ernstig conflict is met anderen

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Kwesties waarover onenigheid bestaat, worden vermeld in het verslag van de monitoring trustee aan de Commissie;
  2. Op die manier kan elk punt van onenigheid snel worden opgespoord en kan een consensus gemakkelijker worden bereikt.
  3. Bij onenigheid over de bevoegdheid van de verzoeningscommissie, beslist deze laatste of zij al dan niet bevoegd is.
  4. Indien tussen de overeenkomstsluitende partijen onenigheid rijst over de toepassing van deze bepalingen, is deel VII van de Overeenkomst van overeenkomstige toepassing.
  5. In geval van onenigheid over de in lid 3 van dit artikel bedoelde wijzigingen leggen de betrokken lidstaten de kwestie voor aan de Commissie.
  6. Indien tussen de overeenkomstsluitende partijen onenigheid rijst over de toepassing van deze bepalingen, is deel VII van de Overeenkomst van overeenkomstige toepassing.
  7. Wanneer twee of meer partijen verschillende belangen hebben of wanneer er onenigheid bestaat omtrent de vraag of zij hetzelfde belang hebben, benoemen zij hun leden afzonderlijk.
  8. Tot slot merkt de Commissie op dat de dreigende financiële problemen onenigheid veroorzaakten tussen het onafhankelijke managementteam van de werf (te weten Brown & Root, dat in september 1996 was aangesteld) en de werknemers/aandeelhouders.
  9. Iedere onenigheid die tussen de partijen bij het geschil zou kunnen ontstaan over de uitlegging en uitvoering van de uitspraak van het arbitragehof, kan door een van de partijen ter beslissing worden voorgelegd aan het arbitragehof dat de uitspraak heeft gedaan.
  10. Voor gevallen waarin tussen het in artikel 10, lid 1, bedoelde orgaan en een wettelijke aansprakelijkheidsverzekeraar onenigheid bestaat over de vraag wie van deze partijen het slachtoffer moet vergoeden, treffen de lidstaten passende maatregelen om te bepalen welke partij de schade van het slachtoffer in eerste instantie terstond moet vergoeden.