Betekenis van:
ongedeerd

ongedeerd
Werkwoord
  • niet gewond; veilig
"alle inzittenden bleven ongedeerd"
"ongedeerd blijven"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

ongedeerd
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet verwond door het gebeuren
"Er waren wonder boven wonder een aantal ongedeerde passagiers na die vliegramp."

Voorbeeldzinnen

  1. Muammar Kaddifi kon ongedeerd ontkomen.
  2. Gevangen exemplaren van deze soorten moeten onmiddellijk en voor zover mogelijk ongedeerd worden teruggezet.
  3. Vaartuigen die met ringzegens vissen, moeten indien mogelijk alle zeeschildpadden, haaien, makreelgepen, roggen, zeebrasems en andere niet-doelsoorten onverwijld ongedeerd vrijlaten.
  4. Gevangen exemplaren van doornhaai zonder quotum of nadat het quotum is opgebruikt moeten onmiddellijk en voor zover mogelijk ongedeerd worden teruggezet.
  5. Vaartuigen die in het Oostelijke en Centraal-Westelijke deel van de Stille Oceaan met ringzegens vissen, moeten indien mogelijk alle zeeschildpadden, haaien, makreelgepen, roggen, zeebrasems en andere niet-doelsoorten onverwijld ongedeerd vrijlaten.
  6. Vaartuigen van de Gemeenschap die bij het vissen in het kader van de door het ICCAT geregelde visserij grootoog-voshaaien (Alopias superciliosus) vangen, zetten deze onmiddellijk levend en ongedeerd terug wanneer de vangst langszij wordt gebracht om aan boord van het vaartuig te worden gehaald.