Betekenis van:
onmerkbaar

onmerkbaar
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet waarneembaar
"vrijwel onmerkbaar sloeg de afluisterapparatuur aan"
"een onmerkbaar verschil"
onmerkbaar
Bijvoeglijk naamwoord
  • in het geheel niet opvallend
"Deze onmerkbare besmetting leidt uiteindelijk tot een zware ziekte."