Betekenis van:
onopgemerkt

onopgemerkt
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet opgemerkt; zonder veel opzien te wekken; onopvallend; niet gezien
"onopgemerkt blijven"
"onopgemerkt aan iets voorbijgaan"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Hun trouwdag bleef onopgemerkt.
  2. HPAI-virussen van subtype H5 en H7 kunnen dus enige tijd onopgemerkt in een niet volledig immuun koppel circuleren, net als LPAI-virussen in een ongevaccineerd koppel.
  3. Dergelijke LPAI-virussen uit een wild reservoir kunnen onder gedomesticeerd pluimvee onopgemerkt circuleren, aangezien de klinische symptomen vaak gering zijn of geheel ontbreken.
  4. Dit gebeurt normaal onopgemerkt en de ziekte kan pas na vele jaren zichtbaar worden. De ziekte is bovendien heel ernstig aangezien kanker heel moeilijk of niet te genezen is;
  5. Hoewel de huidige prevalentie van aviaire-influenzavirussen als vrij laag kan worden beschouwd, is het belangrijk de bewakingsprogramma's voort te zetten en te verbeteren om meer inzicht te krijgen in de epidemiologie van de laagpathogene aviaire-influenzavirussen en om te voorkomen dat virussen onopgemerkt in de pluimveepopulatie circuleren.