Betekenis van:
onrustig
onrustig
Bijvoeglijk naamwoord
- zonder rust
"een onrustige slaap"
"het bleef nog lang onrustig in de stad"
onrustig
Bijvoeglijk naamwoord
- niet rustig zijnde
"Nee, dat vind ik een té onrustige vogel."
Voorbeeldzinnen
- het mag geen onrustig staal zijn en het moet in normaal gegloeide toestand of in een gelijkwaardige toestand worden geleverd;