Betekenis van:
onschendbaarheid

onschendbaarheid (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • het onschendbaar zijn
"koninklijke/diplomatieke onschendbaarheid"
"parlementaire/politieke onschendbaarheid"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Concreet genieten zij bewegingsvrijheid, onschendbaarheid en immuniteit.
  2. Onschendbaarheid/opschorting van de uitspraak/uitstel van straf, waarschuwing
  3. Goederen die onder de diplomatieke, consulaire of soortgelijke onschendbaarheid vallen;
  4. De parlementaire onschendbaarheid beperken tot wat in Europa gebruikelijk is.
  5. De gevallen van onschendbaarheid van politici en ambtenaren overeenkomstig de optimale Europese werkwijzen beperken en de wetgeving inzake transparantie van de financiering van politieke partijen en verkiezingscampagnes verbeteren.
  6. Op 11 oktober 2004 heeft de Raad herhaald dat hij hecht aan een verenigd, democratisch, stabiel en welvarend Indonesië, en herhaald dat de EU de territoriale onschendbaarheid van de Republiek Indonesië eerbiedigt, en erkend dat het land een belangrijke partner is.
  7. De regering van de Bondsrepubliek Duitsland en de ECB zijn ondertekenende partijen bij een zetelovereenkomst van 18 september 1998 [5], die uitvoering geeft aan het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen ten aanzien van de ECB en bevat bepalingen inzake de onschendbaarheid van de gebouwen, archieven, gegevensverwerking van de ECB, en inzake de diplomatieke voorrechten en immuniteiten van de directieleden van de ECB.