Betekenis van:
ontbreken
ontbreken
Werkwoord
- niet aanwezig zijn terwijl dit wel zou moeten of verwacht wordt
"Er ontbrak een bestand op de harde schijf."
Voorbeeldzinnen
- Er ontbreken twee bladzijdes uit dit boek.
- Hoewel de krachten ontbreken, moet toch de wil geprezen worden
- Ontbreken van een afvalstoffenjournaal.
- Ontbreken van gevalideerde methoden
- ONTBREKEN VAN EEN VOORDEEL
- ONTBREKEN VAN GARANTIE
- Wissers werken niet of ontbreken.
- Veiligheidsbouten zitten los of ontbreken.
- Wissers werken niet of ontbreken.
- Zegels zijn stuk of ontbreken.
- Conservatieve ramingen ingeval emissieverslagen ontbreken
- Ontbreken van een economisch voordeel
- Bevestigingsbouten ontbreken of zijn gebroken.
- Snelheidssensoren aan wielen ontbreken of zijn beschadigd.
- Ontbreken van arbeidsrechtelijke of andere voordelen