Betekenis van:
ontvangen

Werkwoord

Voorbeeldzinnen

1. Heeft u de brief ontvangen?
2. Ik heb zojuist uw brief ontvangen.
3. Ik heb een brief van haar ontvangen.
4. Ik heb een brief van haar ontvangen.
5. Ik heb haar brief gisteren ontvangen.
6. We hebben uw brief gisteren pas ontvangen.
7. Ze hebben elk een geschenk ontvangen.
8. Zijn nieuwe boek werd goed ontvangen.
9. Indien mogelijk zou ik graag nieuwe informatie over deze zaak ontvangen.
10. Als ze je niet ontvangen en niet luisteren naar je woorden, ga dan weg uit dat huis of die stad en stamp het stof van je voeten.
11. Hij, die een weldaad heeft gegeven, moet zwijgen; hij die het ontvangen heeft, moet spreken.
12. Ontvangen orders
13. Ontvangen handelskrediet (–)
14. Ontvangen vergoedingen
15. Ontvangen verzekeringsuitkeringen