Betekenis van:
onveiligheid

onveiligheid
  • Een situatie welke een direct risico op beschadiging aan een persoon of zaak met zich meebrengt.

Voorbeeldzinnen

  1. Dit gevoel van onveiligheid wordt bevestigd door politieregistraties van strafbare feiten.
  2. ijveren voor de oplossing van de problemen van regionale instabiliteit en onveiligheid, en van conflictsituaties, die vaak ten grondslag liggen aan de talrijke bewapeningsprogramma's.
  3. ijveren voor de oplossing van de problemen van regionale instabiliteit en onveiligheid, en van conflictsituaties, die vaak ten grondslag liggen aan bewapeningsprogramma’s;
  4. Een billijke en spoedige compensatie verzekeren voor al wie verlies en schade heeft geleden ten gevolge van de onveiligheid in het Zuidoosten.
  5. Het project zal ten goede komen aan de bevolking van de landen van de westelijke Balkan omdat de onveiligheid en het gebrek aan stabiliteit die voortvloeien uit de grootschalige SALW-proliferatie, afnemen.
  6. Het project is, met winkels op de begane grond en appartementen daarboven, en met nieuwe bewoonde gebouwen ter vervanging van wat tot dusverre een braakliggend terrein was, met name ontworpen om de onveiligheid in het gebied tegen te gaan.
  7. conflicten en de oorzaken en oplossing daarvan, en de bevordering van vrede; de relatie tussen veiligheid en destabiliserende factoren als armoede, criminaliteit, milieuaantasting, schaarste van middelen, ongelijke ontwikkeling, financiële instabiliteit en schulden; terrorisme en de oorzaken en gevolgen daarvan; veiligheidsgerelateerd beleid en perceptie van onveiligheid alsmede civiel-militaire betrekkingen.
  8. De bovenmatige en ongecontroleerde accumulatie en verspreiding van handvuurwapens en lichte wapens (small arms and light weapons — SALW) heeft de onveiligheid in Zuidoost-Europa gevoed, het conflict in de regio verscherpt en de vredesopbouw na het conflict ondermijnd, en vormt daarom een ernstige bedreiging voor de vrede en de veiligheid in de regio.