Betekenis van:
onverschillig

onverschillig
Bijvoeglijk naamwoord
  • zich om weinig bekommerend, met weinig belangstelling
"onverschillig tegenover iets staan"
"een onverschillige houding"
onverschillig
Bijvoeglijk naamwoord
  • nergens iets om gevend
"De onverschillige kerel reed zo verder nadat hij die paal ramde."

Voorbeeldzinnen

  1. Onverschillig welke treinidentificator van een bepaalde trein kan voor de navraag worden gebruikt.
  2. toestellen, machines en werktuigen (bijvoorbeeld pompen) van keramische stoffen en keramische delen van toestellen, machines of werktuigen, van onverschillig welke stof (hoofdstuk 69);
  3. Onverschillig of de capaciteit op lange dan wel korte termijn geboekt is, moet de spoorwegonderneming te allen tijde de mogelijkheid hebben om de reservering af te gelasten.
  4. het opmaken, de uitgifte, de toelating ter beurze, het in omloop brengen of het verhandelen van aandelen, deelbewijzen of andere soortgelijke effecten, alsmede van certificaten van deze stukken, onverschillig door wie zij worden uitgegeven;
  5. leningen, met inbegrip van staatsleningen, afgesloten tegen uitgifte van obligaties of andere verhandelbare effecten, onverschillig door wie deze worden uitgegeven, en alle daarmee verband houdende formaliteiten, alsmede het opmaken, de uitgifte, de toelating ter beurze, het in omloop brengen of het verhandelen van deze obligaties of andere verhandelbare effecten.
  6. Overeenkomstig artikel 295 van het Verdrag, zoals dat door het Hof van Justitie en het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is uitgelegd, is het, uit het oogpunt van het Gemeenschapsrecht, onverschillig of deze diensten van algemeen economisch belang door openbare of particuliere bedrijven worden verricht.
  7. datum waarop de leverancier (of de aannemer) de installatie (of de constructie) en de voorafgaande proeven ter verzekering dat zij bedrijfsklaar is, heeft voltooid, ongeacht of de installatie (of de constructie) op die datum al dan niet aan de afnemer wordt overgedragen overeenkomstig het contract, en onverschillig of de leverancier (of de aannemer) al dan niet een langer durende verplichting heeft, bijvoorbeeld ter garantie van de goede werking of ter zake van de opleiding van plaatselijk personeel.