Betekenis van:
onverwacht
onverwacht
Bijvoeglijk naamwoord
- niet verwacht of voorzien
"een onverwachte meevaller"
"een onverwachte ontmoeting"
Synoniemen
Hyperoniemen
onverwacht
Bijvoeglijk naamwoord
- niet van tevoren zien aankomen
"Door een onverwacht overlijden van mijn moeder kon ik niet naar de voetbalwedstrijd."
Voorbeeldzinnen
- Dat is nogal onverwacht.
- Ik was blij met haar onverwacht bezoek.
- de machine mag zich niet onverwacht in werking stellen,
- Onverwacht contact met kwetsbare mariene ecosystemen in nieuwe bodemvisserijgebieden
- Onverwacht contact met kwetsbare mariene ecosystemen in bestaande bodemvisserijgebieden
- De levering van een goed of de verlening van een dienst wordt onverwacht stopgezet.
- Kerntechnisch materiaal dat onverwacht wordt aangetroffen, behalve tijdens het opstellen van de feitelijke inventaris.
- een termijn van meer dan zes maanden voor voorzieningen voor gevaarlijk afval dat onverwacht wordt gegenereerd;
- De kerncentrales van BE zijn onverwacht een aanzienlijk aantal keren uitgevallen
- het onverwacht langzaam terugkeren van de spaardeposito’s en klantenrekeningen die tijdens de „bank-run” verloren waren gegaan;
- De verslechtering van de situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap was uitermate onverwacht en deed zich voornamelijk in het onderzoektijdvak voor.
- Op 23 februari 2007 heeft Duitsland de Commissie meegedeeld dat het onlangs had ontdekt dat tolylfluanide een onverwacht effect op drinkwater kan hebben.
- Hiermee kan ook een onverwacht kastekort tijdelijk worden opgevangen dat op een later moment met duurzame middelen moet worden aangevuld voor de lange termijn.
- BE's verlies aan inkomsten ingevolge de daling van „wholesale”-stroomtarieven werd nog verscherpt doordat BE's centrales Torness 2 en Dungeness B een aanzienlijk aantal keren onverwacht zijn uitgevallen.
- Als de brandstofkosten tijdens de leverperiode onverwacht stijgen, kunnen de kosten voor het produceren van elektriciteit hoger uitvallen dan de vooraf bepaalde prijs.