Betekenis van:
onvoorwaardelijk
onvoorwaardelijk
Bijvoeglijk naamwoord
- rechtstreeks
Synoniemen
Hyperoniemen
onvoorwaardelijk
Bijvoeglijk naamwoord
- buitensporig; met grote gevolgen
Synoniemen
Hyperoniemen
onvoorwaardelijk
Bijvoeglijk naamwoord
- driedubbel; drievoudig; driema(a)l(ig)
Synoniemen
Hyperoniemen
onvoorwaardelijk
Bijvoeglijk naamwoord
- op-en-top; echt
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- „onvoorwaardelijk worden
- Onbenut, onvoorwaardelijk krediet verschaft door:
- Onbenut, onvoorwaardelijk krediet verstrekt aan:
- de pandgeving of overdracht is onvoorwaardelijk en onherroepelijk.
- De voorwaarden waartoe Polen zich onvoorwaardelijk heeft verbonden, zijn als volgt.
- 9 Een onvoorwaardelijk verbod kan absoluut zijn, in die zin dat elke aflossing verboden is.
- In Bijlage A worden de definities van „onvoorwaardelijk worden” en „vesting conditions” als volgt gewijzigd.
- Aandelen worden pas onvoorwaardelijk ten vroegste drie jaar na de toekenning ervan.
- In de eerste plaats benadrukt Ford dat de aanbesteding open, transparant, niet-discriminatoir en onvoorwaardelijk was.
- Het verbod in artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag is niet onvoorwaardelijk.
- de herziene definities van „onvoorwaardelijk worden” en „vesting conditions” in Bijlage A;
- Indien de persoon aan epilepsie lijdt, zijn de voorwaarden voor een onvoorwaardelijk rijbewijs niet vervuld.
- In de eerste plaats benadrukte Roemenië dat de aanbesteding open, transparant, niet-discriminerend en onvoorwaardelijk was.
- Dergelijke wijzigingen worden aangebracht in ruil voor prestaties van werknemers over de periode tot de desbetreffende vergoedingen onvoorwaardelijk worden toegezegd.
- Voor aandelen dient derhalve een passende wachtperiode te gelden, waarbij de aandelen pas onvoorwaardelijk worden wanneer prestatiegerelateerde voorwaarden zijn vervuld.